2. L'enregistrement de l'action en revendication visée à l'article 3.7, alinéa 1, de la Convention est radié à la demande de la partie la plus diligente si celle-ci produit soit une décision judiciaire qui n'est plus susceptible d'appel ou de pourvoi en cassation, soit un document qui prouve que l'action a été retirée.
2. De in artikel 3.7, lid 1, van het Verdrag bedoelde inschrijving van de vordering tot opeising wordt op verzoek van de meest gerede partij doorgehaald. Deze dient daartoe, hetzij een rechterlijke beslissing waartegen geen hoger beroep of cassatie meer kan worden ingesteld, hetzij een stuk waaruit blijkt dat de vordering is ingetrokken, over te leggen.