Le statut de chef d’État présente donc une spécificité, découlant du fait qu’il est régi par le droit international, avec pour conséquence que ses comportements sur le plan international, tels que sa présence à l’étranger, relèvent de ce droit, et notamment du droit des relations diplomatiques.
Een staatshoofd heeft dus een bijzondere positie, die voortvloeit uit het feit dat zij wordt geregeld door het volkenrecht, waardoor zijn gedragingen op internationaal vlak, zoals zijn aanwezigheid in het buitenland, door dat recht, en met name door het recht inzake de diplomatieke betrekkingen worden geregeld.