2. rappelle que la liberté de circuler dans un espace européen de liberté, de sécurité et de justice est un droit fondamental et un pilier de la citoyenneté de l'Union, qui s'exerce conformément aux conditions prévues dans les traités et dans la directive 2004/38/CE, et dont le champ d'application ne peut qu'être étendu et renforcé afin de préserver les principes et les valeurs de l'Union;
2. herinnert eraan dat de vrijheid van verkeer in een Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een fundamenteel recht is en een pijler vormt van het burgerschap van de Europese Unie, waarvan de voorwaarden om het uit te oefenen zijn neergelegd in de verdragen en in Richtlijn 38/2004 en waarvan het doel alleen maar kan worden uitgebreid en versterkt om de beginselen en waarden van de Europese Unie in stand te houden;