Transposant l'article 6, a de la directive 95/46/CE, l'article 4 § 1 2°, de la loi dispose que « des données à caractère personnel doivent être collectées pour des finalités déterminées, explicites et légitimes et ne pas être traitées ultérieurement de manière incompatible avec ces finalités, compte tenu de tous les facteurs pertinents, notamment des prévisions raisonnables de l'intéressé et des dispositions légales et réglementaires applicables.
In artikel 4, § 1, 2°, van de wet, waarbij artikel 6, a, van richtlijn 95/46/EG wordt omgezet, is bepaald dat persoonsgegevens voor bepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden moeten worden verzameld en later niet mogen worden verwerkt op een wijze die, rekening houdend met alle relevante factoren, onder meer met de redelijke verwachtingen van de betrokken persoon en met de toepasselijke wets- en verordeningsbepalingen, onverenigbaar is met die doeleinden.