« L'article 70 du Code des droits de succession, lu en combinaison avec l'article 7 du même Code, viole-t-il les articles 10, 11 et 16 de la Constitution en ce qu'il crée une discrimination en traitant de manière identique les héritiers en concours avec des légataires particuliers et les héritiers en concours avec une bénéficiaire de donations mobilières alors que, dans le premier cas, le lé
gataire particulier doit solliciter la délivrance de son legs, ce qui permet aux héritiers de s'assurer, au préalable, du paiement des droits de succession par le légataire tandis que, dans le second cas, le bénéficiaire des donation
s mobilièr ...[+++]es reçoit directement les biens mobiliers des mains du futur de cujus, de son vivant, avant l'ouverture de la succession, sans le concours ni le consentement des héritiers, qui peuvent parfaitement en ignorer l'existence et ne peuvent donc aucunement s'assurer du paiement effectif des droits de succession ?« Schendt artikel 70 van het Wetboek der successierechten, in samenhang gelezen met artikel 7 van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in zoverre het een discrim
inatie teweegbrengt door de erfgenamen die opkomen met bijzondere legatarissen en de erfgenamen die opkomen met een begunstigde van schenkingen van roerende goederen op identieke wijze te behandelen, terwijl, in het eerste geval, de bijzondere legat
aris de afgifte van zijn legaat moet aanvragen, waardoor de erfgenamen zich vooraf ervan kunnen vergewiss
...[+++]en dat de successierechten door de legataris zijn betaald, terwijl, in het tweede geval, de begunstigde van de schenkingen van roerende goederen de roerende goederen rechtstreeks verkrijgt uit handen van de toekomstige erflater, tijdens zijn leven, vóór het openvallen van de nalatenschap, zonder de medewerking noch de instemming van de erfgenamen, die mogelijk niet op de hoogte zijn van het bestaan ervan en zich dus op geen enkele wijze ervan kunnen vergewissen dat de successierechten daadwerkelijk zijn betaald ?