Gelet op de dubbele doelstelling van de richtlijn, enerzijds, en de noodzaak een juist evenwicht tussen de verschillende door de rechtsorde van de Unie beschermde grondrechten te verzekeren, anderzijds, rijst de vraag of de in artikel 13, lid 1, onder g), in fine, genoemde beperking die op de hoger vermelde onmiddellijke informatieplicht kan worden aangebracht, een loutere faculteit betreft waarover de lidstaten naar eigen inzicht kunnen beschikken, dan wel of de lidstaten, naargelang de omstandigheden, - bijvoorbeeld wanneer dat, zoals ook in artikel 13 vermeld, « noodzakelijk is ter vrijwaring [.] van de rechten en vrijheden van anderen » - gehouden zijn bedoelde beperking o
ver te nemen in hun interne ...[+++] wetgeving.