19. observe avec satisfaction qu'une enquête administrative a été ouverte par le secrétaire général du Comité des régions et menée par un ancien directeur général adjoint de la Commission; souligne que, dans deux des cinq cas dont les dossiers ont été soumis aux autorités, l'AIPN du Comité des régions a décidé d'engager des procédures disciplinaires devant le conseil de discipline; croit savoir que, conformément au statut, une décision finale ne peut être arrêtée dans ces cas que lorsqu'un jugement définitif aura été rendu par la juridiction belge;
19. merkt met voldoening op dat een administratief onderzoek is gestart door de secretaris-generaal van het CvdR en uitgevoerd door een voormalig adjunct directeur-generaal van de Commissie; wijst erop dat het tot aanstelling bevoegde gezag van het CvdR in twee van de vijf gevallen waarin de dossiers zijn overgedragen aan de autoriteiten, heeft besloten een tuchtprocedure aan te spannen voor de tuchtraad; begrijpt dat overeenkomstig het Statuut in deze gevallen pas een definitief besluit kan worden genomen na een definitief arrest van het Belgische gerecht;