2. Dans l'appréciation du caractère convenable ou non d'un emploi, il doit être tenu compte notamment, dans des conditions prescrites et dans la mesure appropriée, de l'âge du chômeur, de son ancienneté dans sa profession antérieure, de l'expérience acquise, de la durée du chômage, de l'état du marché du travail, des répercussions de cet emploi sur la situation personnelle et familiale de l'intéressé et du fait que l'emploi est disponible en raison directe d'un arrêt du travail dû à un conflit professionnel en cours.
2. Bij het beoordelen van de vraag of arbeid passend is, dient met name, onder voorgeschreven voorwaarden en in passende mate, rekening te worden gehouden met de leeftijd van de werkloze, de diensttijd in zijn vorige werkkring, zijn ervaring, de duur van zijn werkloosheid, de stand van de arbeidsmarkt, de gevolgen van de desbetreffende arbeidsplaats voor zijn persoonlijk leven en zijn gezinsomstandigheden en met de vraag of de betrekking vacant is gekomen als direct gevolg van het staken van werkzaamheden wegens een lopend arbeidsconflict.