Les États membres maintiennent en place des administrations maritimes nationales appropriées disposant du personnel requis, notamment d'inspecteurs qualifiés, ci-après dénommées 'autorités compétentes', en vue de l'inspection des navires et prennent toutes mesures appropriées pour faire en sorte que leurs autorités compétentes s'acquittent de leurs tâches telles que prévues par la présente directive".
De lidstaten onderhouden voor de inspectie van schepen de nodige nationale maritieme diensten die beschikken over het vereiste personeelsbestand, in het bijzonder gekwalificeerde inspecteurs, hierna genoemd de 'bevoegde instanties', en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat hun bevoegde instanties hun taken vervullen overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn".