L'article 149, § 1, alinéa 3, du décret du 18 mai 1999, remplacé par l'article 8, 1°, entrepris du déc
ret du 4 juin 2003, dispose que, lorsque le propriétaire peut démontrer que les infractions ont été commises avant le 1 mai 2000, la mesure de la plus-value peut en principe toujours être utilisée, sauf (a) en cas de non-respect d'un ordr
e de cessation, (b) lorsque l'infraction provoque des « nuisances urbanistiques inadmissibles pour les voisins » ou (c) lorsque l'infraction constitue une « violation grave et irréparable des prescrip
...[+++]tions urbanistiques essentielles en matière de destination en vertu du plan d'exécution spatial ou du plan d'aménagement ».Het bij het bestreden artikel 8, 1°, van het decreet van 4 juni 2003 vervangen artikel 149, § 1, derde lid, van het decreet van 18 mei 1999 bepaalt dat voor de misdrijven waarvan de eigenaar kan aantonen dat ze werden gepleegd vóór 1 mei 2000, in principe steeds het middel van de meerwaarde kan worden aangewend, behalve (a) bij het niet-naleven van een bevel tot staking, (b) indien het misdrijf onaanvaardbare stedenbouwkundige hinder veroorzaakt voor de omwonenden of (c) indien het misdrijf een zwaarwichtige en onherstelbare inbreuk vormt op de essentiële stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming krachtens het ru
imtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg. ...[+++]