1. Les États membres ou, lorsq
u’un État membre en dispose ainsi, l’autorité compétente, veillent à ce que les mesures nécessaires soient prises pour que le 3 décembre 2014 au plus tard, dans le cas d’une défaillance de la plus grande infrastructure gaziè
re, la capacité des infrastructures restantes, déterminée selon la formule N – 1 visée au point 2 de l’annexe I, soit en mesure, sans préjudice du paragraphe 2 du présent article, de satisfaire la demande totale de gaz de la zone couverte pendant une journée de demande en gaz exception
...[+++]nellement élevée se produisant avec une probabilité statistique d’une fois en vingt ans.
1. De lidstaten of, indien een lidstaat dat zo beslist, de bevoegde instantie, waarborgen dat de noodzakelijke maatregelen worden genomen opdat uiterlijk op 3 december 2014, in het geval van het uitvallen van de grootste afzonderlijke gasinfrastructuur, de capaciteit van de resterende infrastructuur, bepaald volgens de N–1-formule als neergelegd in punt 2 van bijlage I, in staat is om, onverminderd lid 2 van dit artikel, te voldoen aan de totale gasvraag van het berekende gebied gedurende een dag van uitzonderlijk hoge vraag die voorkomt met een statistische waarschijnlijkheid van eens in de 20 jaar.