- si la demande de reconnaissance est introduite plus d'un an après la prise de connaissance de la naissance, et si le refus émane du parent dont la filiation est déjà établie, ou d'un enfant mineur non émancipé ayant 12 ans accomplis, le tribunal statuera en tenant compte de l'int
érêt de l'enfant et disposera donc d'un pouvoir d'appréciation en opportunité; pour l'application de l'article 319, § 3, actuel [.], il était déjà enseigné que le contrôle d'opportunité du tribunal devait être marginal (ce n'est que s'il est démontré que le candidat à la reconnaissance - qu'il soit père ou mère - présente un danger grave pour l'enfant que le t
...[+++]ribunal pourra refuser la reconnaissance : la priorité doit être donnée à l'établissement du lien de filiation.) » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0597/001, pp. 9-10).- als de aanvraag tot erkenning meer dan een jaar na het jaar van de kennisneming van de geboorte wordt ingeleid, en de weigering uitgaat van de ouder van wie de afstamming al vaststaat of uitgaat van een minderjarig niet ontvoogd kind dat de volle leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zal de rechtbank bij haar uitspraak rekening houden met het belang van het kind en dus beschikken over appreciatiebevoegdheid inzake de opportuniteit; voor de toepassing van het vigerende artikel 319, § 3, [.] werd er al op gewezen dat de opp
ortuniteitscontrole door de rechtbank marginaal moest zijn (alleen als wordt aangetoond dat de kandidaat voor erkenni
...[+++]ng - ongeacht of het om de vader of de moeder gaat - een ernstig gevaar voor het kind betekent, zal de rechtbank de erkenning kunnen weigeren : voorrang moet gaan naar de vaststelling van de afstammingsband) » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0597/001, pp. 9-10).