Compte tenu de ce qui a été exposé en B.8.1 à B.13, la limitation apportée par les dispositions attaquées à la liberté de commerce et d'industrie n'est ni dépourvue de nécessité, ni disproportionnée et ne compromet pas l'union économique et monétaire.
Rekening houdend met hetgeen is uiteengezet in B.8.1 tot B.13 is de bij de bestreden bepalingen aangebrachte beperking van de vrijheid van handel en nijverheid niet zonder noodzaak, noch onevenredig, en brengt zij de economische en monetaire unie niet in het gedrang.