Dès lors que, d'une part, les articles 41 et 44 ne sortissent pas leurs effets à la date d'entrée en vigueur de la disposition législative censée interprétée et que, d'autre part, ils créent une distinction dans la signification de l'article 28, § 1, alinéa 2, précité en fonction du moment auquel il s'applique, ces articles, comme l'a également estimé le juge a quo, ne constituent pas des dispositions interprétatives, mais bien des dispositions rétroactives pures et simples.
Aangezien, enerzijds, de artikelen 41 en 44 geen uitwerking hebben op de datum van inwerkingtreding van de wetsbepaling die geïnterpreteerd wordt geacht en, anderzijds, zij een onderscheid in het leven roepen in de betekenis van het voormelde artikel 28, § 1, tweede lid, naar gelang van het ogenblik waarop het wordt toegepast, vormen die artikelen, zoals de verwijzende rechter eveneens heeft gemeend, geen interpretatieve bepalingen, maar wel degelijk louter retroactieve bepalingen.