Selon elles, le législateur décrétal serait intervenu dans la compétence fédérale résiduelle en matière de droit civil au motif que les dispositions attaquées interviennent dans la manière dont certains biens immobiliers peuvent être loués ou vendus dans les communes cibles et que ces dispositions lient des sanctions à leur violation, notamment la nullité.
Volgens hen zou de decreetgever zijn opgetreden in de residuaire federale bevoegdheid inzake burgerlijk recht omdat de bestreden bepalingen ingrijpen in de wijze waarop bepaalde onroerende goederen in de doelgemeenten kunnen worden verhuurd of verkocht en die bepalingen sancties koppelen aan de overtreding ervan, met name de nietigheid.