A titre subsidiaire, la partie requérante fait valoir dans les deuxième et troisième moyens que l'article 172 du décret flamand du 19 dé
cembre 2014 portant modification du Code flamand de la fiscalité du 13 décembre 2013 instaure une différence de traitement qui n'est pas raisonnablement justifiée entre, d'une part, les époux et les cohabitants légaux et, d'autre part, les cohabitants de fa
it, en ce que cette disposition ne prévoit une diminution de la base imposable par le biais d'un abattement de 50 000 euros, majoré de 20 000 euros
...[+++] par enfant donnant droit à des allocations familiales, qu'en cas de partage ou de cession de biens immobiliers dans le cadre d'un divorce ou d'une cessation de la cohabitation légale.In ondergeschikte orde voert de verzoekende partij in het tweede en derde middel aan dat artikel 172 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 een niet redelijk verantwoord verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, echtgenoten en wettelijk samenwonenden en, anderzijds, feitelijk samenwonenden, in zover
re die bepaling enkel in een vermindering van de belastbare grondslag met een abattement van 50 000 euro, verhoogd met 20 000 euro per kind dat recht geeft op kinderbijslag, voorziet bij de verdeling of de afstand van onroerende goederen naar aanleiding van een
...[+++]echtscheiding of een beëindiging van de wettelijke samenwoning.