Le Comité permanent R s'interroge au sujet de la cohérence de cette réglementation au regard de deux autres dispositions, à savoir l'article 24 L.R&S et l'article 19 de la Loi du 11 décembre 1998 relative à la classification et aux habilitations, attestations et avis de sécurité. Ces dispositions posent explicitement que les services de renseignement peuvent, dans le cadre de ces deux missions, recourir à ce que l'on appelle désormais les « méthodes de renseignement ordinaires ».
Het Vast Comité I stelt zich vragen naar de coherentie van deze regeling als ze wordt samengelezen met twee andere bepalingen : art. 24 W.I&V en art. 19 van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen stellen immers expliciet dat de inlichtingendiensten bij die twee opdrachten gebruik mogen maken van wat nu heet de « gewone inlichtingenmethoden ».