Interprété en ce sens que la notion d'' établissement ayant son siège dans l'Union européenne ' exclurait du bénéfice de la réduction d'impôt prévue à l'article 145, 1, 3°, du Code des impôts sur les revenus 1992 les sommes affectées à l'amortissement ou à la reconstitution d'emprunts hypot
hécaires contractés auprès d'une personne physique agissant à titre privé, l'article 145, 5, du Code des impôts sur les revenus 1992 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où il créerait une discrimina
tion injustifiée et disproportionnée au regard ...[+++] de l'objectif poursuivi par le législateur entre les personnes ayant contracté un emprunt hypothécaire auprès d'une personne physique agissant à titre privé et celles ayant contracté un emprunt hypothécaire auprès d'une société commerciale ou de toute autre forme de personne morale et ce, que l'activité habituelle de cette dernière soit l'octroi de crédits ou non ?Schendt artikel 145, 5, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in die zin geïnterpreteerd dat het begrip ' instelling die binnen de Europese Unie gevestigd is ' de betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van hy
potheekleningen gesloten bij een als particulier handelende natuurlijke persoon, zou uitsluiten van het voordeel van de belastingvermindering waarin artikel 145, 1, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voorziet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tussen de personen die een hypotheeklening hebben gesloten bij een als particulier handelende natuurlijke persoon en diegenen die e
...[+++]en hypotheeklening hebben gesloten bij een handelsvennootschap of iedere andere vorm van rechtspersoon, ongeacht of de gewoonlijke activiteit van deze laatste al dan niet bestaat in het toekennen van kredieten, een discriminatie zou teweegbrengen die onverantwoord en onevenredig is ten aanzien van het door de wetgever nagestreefde doel ?