La définition des quatre types d'espaces qui figure à l'article 2, 1º à 4º, proposé, est modifiée de telle manière que l'on distingue dorénavant trois types de lieux auxquels la loi s'applique: (1) le lieu ouvert, (2) le lieu fermé accessible au public et (3) le lieu fermé non accessible au public.
De in artikel 2, 1º tot 4º, vervatte omschrijving van vier soorten ruimten wordt omgewerkt in die zin dat er thans drie soorten plaatsen worden onderscheiden waarop de wet betrekking heeft : (1) de niet besloten plaats, (2) de voor het publiek toegankelijke besloten plaats en (3) de niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats.