C. considérant que l'accord de Dayton, en particulier son annexe 4, prévoyait une constitution pour la Bosnie-Herzégovine, qui es
t encore en vigueur aujourd'hui; que toutefois ces dispositions constitutionnelles rendent la capacité de prise de décision et le fonctionnement des institutions difficiles et inefficaces en maintenant l
a société bosniaque divisée selon des clivages ethniques; que la discrimination fondée sur la Constitution qui empêche les citoyens qui ne se déclarent pas comme appartenant à l'un des peuples constitutifs
...[+++]du pays de se porter candidats aux élections enfreint la Convention européenne des droits de l'homme;
C. overwegende dat het akkoord van Dayton, met name in bijlage 4, de grondwet bevat die in BiH nog altijd van kracht is; overwegende dat deze grondwettelijke regeling echter het besluitvormend vermogen en de werking van instellingen bemoeilijkt en inefficiënt maakt, doordat zij de Bosnische gemeenschap in etnische groepen blijft opdelen; overwegende dat de discriminatie in de grondwet, die bepaalt dat burgers zichzelf moeten identificeren als lid van een van de bevolkingsgroepen van het land vooraleer zij mogen opkomen bij de verkiezingen, in tegenstrijd is met het Europees verdrag voor de rechten van de mens;