L'État inspecté peut prendre des mesures à la fin d'une inspection pour éviter que l'inspection ne soit intrusive, au cas où des informations sensibles sans rapport avec la vérification de l'observation du Traité ne soient divulguées.
De geïnspecteerde Staat kan maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat een inspectie niet op indringende wijze verloopt, en om verspreiding te voorkomen van vertrouwelijke informatie die geen betrekking heeft op de verificatie van de naleving van het Verdrag.