3° en format papier ou en format électronique, les pièces justificatives visées à l'article 34, §§ 1 et 2, respectivement durant une période de dix et de sept ans à partir du 1 janvier de l'année qui suit celle de la clôture définitive de l'exercice budgétaire et comptable telle que déterminée à l'article 45 du décret du 20 décembre 2011, sans préjudice d'un autre délai fixé par les dispositions légales et réglementaires spécifiques à ces matières;
3° in een papierformaat of in een elektronisch formaat, de stukken ter verantwoording van de uitgaven bedoeld in artikel 34, §§ 1 en 2, respectief gedurende een periode van tien en zeven jaar vanaf 1 januari van het jaar volgend op dat van de definitieve afsluiting van het boek- en begrotingsjaar zoals bepaald in artikel 45 van het decreet van 20 december 2011, onverminderd een andere termijn bepaald door de specifieke wets- en verordeninsgbepalingen terzake;