L'intervenante propose, à l'article 2, de renvoyer à l'article 39 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, qui stipule que « dans l'exercice des missions qui leur sont confiées, les services de police peuvent receuillir des informations, traiter des données à caractère personnel et tenir à jour une documentation relative, notamment à des événements, des groupements et des personnes présentant un intérêt concret pour l'exécution de leurs missions de police administrative ou judiciaire ».
Spreekster stelt voor in artikel 2 te verwijzen naar artikel 39 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt waarin bepaald wordt :« Bij het vervullen van de opdrachten die hun toevertrouwd zijn, kunnen de politiediensten inlichtingen inwinnen, gegevens van persoonlijke aard verwerken en een documentatie bijhouden, meer bepaald met betrekking tot de gebeurtenissen, de groeperingen en de personen die een concreet belang vertonen voor de uitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie».