L'Exposé des motifs du projet de loi dit donc, avec toute raison, que, lorsque celle-ci doit cesser, le cautionnement perd sa raison d'être, aussi bien dans le cas de condamnation conditionnelle, que dans les cas d'acquittement, d'absolution ou de renvoi des poursuites » (Doc. parl., Chambre, 1894-1895, n° 194, p. 1).
De memorie van toelichting bij het wetsontwerp zegt dus, overigens zeer terecht, dat wanneer die hechtenis moet worden beëindigd, de borgsom haar bestaansreden verliest, zowel in het geval van voorwaardelijke veroordeling als in de gevallen van vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of buitenvervolgingstelling » (eigen vertaling) (Parl. St., Kamer, 1894-1895, nr. 194, p. 1)