Art. 22. Si un étranger essaie de s'échapper lors du départ, durant le transport ou à l'arrivée, le collaborateur de sécurité-chauffeur doit empêcher l'évasion, sans pour cela mettre en danger sa propre intégrité physique, celle de l'étranger ou des tiers, et pour autant qu'il reste suffisamment de collaborateurs de sécurité-chauffeurs à disposition pour surveiller les autres étrangers.
Art. 22. Indien een vreemdeling probeert te ontsnappen tijdens het vertrek, het vervoer of de aankomst, dient de veiligheidsmedewerker-chauffeur de ontsnapping te verhinderen, zonder daarbij de fysieke integriteit van hemzelf, de vreemdeling of derden in gevaar te brengen, en voor zover er voldoende veiligheidsmedewerkers-chauffeur ter beschikking blijven om de overige vreemdelingen te bewaken.