9. prend acte du droit que possède la Turquie de poser sa candidature à l'Union européenne; souligne cependant que les négociations ne sauraient être entamées dans la mesure où la Turquie est très loin de respecter les critères politiques de Copenhague; insiste pour que la Turquie, pays candidat, réalise des progrès clairs et vérifiables pour respecter ces critères, notamment au chapitre des droits de l'homme et des droits des minorités; le pays doit élaborer un projet clair qui contienne un aperçu des mesures qu'il doit prendre et mentionne la manière dont les réformes nécessaires seront entreprises ;
9. herbevestigt dat Turkije in aanmerking komt voor een verzoek om toetreding tot de Europese Unie; benadrukt echter dat er geen onderhandelingen kunnen worden geopend omdat Turkije nog steeds volstrekt niet voldoet aan de politieke criteria van Kopenhagen; onderstreept dat Turkije als kandidaatland duidelijke, controleerbare vooruitgang moet boeken bij het voldoen aan die criteria, met name met betrekking tot de mensenrechten en de rechten van minderheden; er moet daartoe een duidelijk plan worden uitgestippeld, vergezeld van een overzicht van de door Turkije te nemen maatregelen en de wijze waarop de vereiste hervormingen zullen worden doorgevoerd;