Comme la Cour l'a constaté en B.7.1, on ne saurait déduire de l'article 23 de la Constitution que la différence de niveau entre, d'une part, une taxe sur une forme de valorisation des déchets et, d'autre part, une taxe sur une forme d'élimination des déchets, doive être permanente ou qu'une augmentation de la première taxe doive nécessairement s'accompagner d'une augmentation équivalente de la seconde taxe.
Zoals het Hof heeft vastgesteld in B.7.1, zou uit artikel 23 van de Grondwet niet kunnen worden afgeleid dat het verschil in niveau tussen, enerzijds, een heffing op een vorm van nuttige toepassing van afvalstoffen en, anderzijds, een heffing op een vorm van verwijdering van afvalstoffen, permanent dient te zijn of dat een verhoging van de eerste heffing noodzakelijkerwijs gepaard dient te gaan met een soortgelijke verhoging van de tweede heffing.