“Les chambres du premier président et du président, respectivement composées de membres qui apportent la preuve qu’ils ont passé l’examen de docteur, de licencié ou de master en droit dans la même langue que le premier président ou le président, soit le français ou le néerlandais, prennent connaissance des affaires qui doivent être traitées dans la langue de son diplôme”.
“De kamers van de eerste voorzitter en van de voorzitter, die respectievelijk bestaan uit leden die het bewijs leveren dat zij het examen van doctor, licentiaat of master in de rechten hebben afgelegd in dezelfde taal, Nederlands of Frans, als de eerste voorzitter of de voorzitter nemen kennis van de zaken die in de taal van zijn diploma moeten worden behandeld”.