Le troisième moyen est à nouveau pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément et lus en combinaison avec l'article 30 de la Constitution, en tant qu'il résulte des dispositions entreprises que les candidats aux fonctions ou emplois ou les titulaires de ceux-ci dans les justices de paix des cantons ju
diciaires concernés doivent également connaître la deuxième langue nationale, ce qui n'est pas imposé à la même catégorie de personnes dans les autres services régionaux au sens de l'article 34, § 1, a), des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées par arrêté royal du 18 juillet 1966
...[+++].
In een derde middel wordt opnieuw de schending aangevoerd van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, zowel op zichzelf genomen als gelezen in samenhang met artikel 30 ervan, in zoverre uit de aangevochten bepalingen voortvloeit dat de kandidaten voor of de bekleders van ambten of betrekkingen in de vredegerechten van de betrokken gerechtelijke kantons ook de tweede landstaal moeten kennen, wat niet vereist wordt van dezelfde categorieën van personen in de andere gewestelijke diensten in de zin van artikel 34, § 1, a), van de bij koninklijk besluit van 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.