Il en ressort notamment que l'indépendance et l'impartialité des juridictions concernées (CEDH, grande chambre, 29 mars 2001, D.N. c. Suisse, § 42), la présomption d'innocence (CEDH, 16 mars 2010, Jiga c. Roumanie, § 100) et le droit d'être entendu (CEDH, grande chambre, 25 mars 1999, Nikolova c. Bulgarie, § 58) doivent être garantis.
Hieruit vloeit onder meer voort dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de betrokken rechtscolleges (EHRM, grote kamer, 29 maart 2001, D.N. t. Zwitserland, § 42), het vermoeden van onschuld (EHRM, 16 maart 2010, Jiga t. Roemenië, § 100) en het recht om te worden gehoord (EHRM, grote kamer, 25 maart 1999, Nikolova t. Bulgarije, § 58) moeten worden gewaarborgd.