rappelle la nécessité, affirmée par le Secrétaire général dans son rapport de 1997 au Bureau, "d'adapter l'environnement de travail pour faire en sorte que les fonctionnaires qui travaillent à temps partiel, lesquels sont en majorité des femmes, ou qui travaillent à domicile (télétravail) ne souffrent pas de discrimination, par exemple en ce qui concerne les possibilités de formation, la promotion ou la mobilité",
herinnert aan de door de secretaris-generaal in zijn verslag uit 1997 aan het Bureau geuite noodzaak "de arbeidsomgeving aan te passen om ervoor te zorgen dat ambtenaren die part-time werken, voor het overgrote deel vrouwen, of thuis werken (telewerken) ten aanzien van opleidingsmogelijkheden, bevordering en mobiliteit niet worden gediscrimineerd";