Si aucune réparation de fait dans un bon état d'origine n'est possible et si une reconstruction intégrale ou partielle, complétée ou remplacée ou non par des mesures complémentaires, selon l'avis motivé de l'inspecteur du Patrimoine immobilier n'est pas davantage possible ou n'est tout du moins par opportune, le juge ordonne une réparation intégrale moyennant indemnisation des dommages encourus par l'intérêt général des suites de la destruction de valeurs patrimoniales, complétée au besoin de mesures visant à éviter tous autres dommages, par exemple la préservation d'une zone archéologique perturbée par des fouilles archéologiques ou la cessation de l'activité provoquant les dommages.
Als geen feitelijk herstel in een originele, goede staat mogelijk is en een gehele of gedeeltelijke reconstructie, al dan niet aangevuld met of vervangen door complementaire maatregelen, volgens het met redenen omklede oordeel van de inspecteur Onroerend Erfgoed evenmin mogelijk is of minstens niet opportuun is, beveelt de rechter een integraal herstel door de vergoeding van de schade die het algemeen belang heeft opgelopen door de vernietiging van erfgoedwaarden, zo nodig aangevuld met maatregelen die verdere schade moeten voorkomen, zoals de vrijwaring van een verstoorde archeologische zone door een archeologische opgraving of de staking van een schadeverwekkende activiteit.