Dans le cas particulier d'un territoire de chasse qui comporte en son sein (et donc pas en périphérie) un enclos, qui peut être justifié ou non par la nécessité de mettre des plants ou des arbres à l'abri de la dent du gibier, la chasse au grand gibier reste autorisée sur le territoire en dehors de cet enclos dans lequel elle est interdite.
In het bijzondere geval van een jachtgebied waarin (dus niet aan de periferie) een omheinde ruimte bestaat, die al dan niet gerechtvaardigd kan worden door de noodzaak om planten of bomen tegen het wild te beschermen, blijft de jacht op grof wild toegelaten op het grondgebied buiten die omheinde ruimte, waar ze verboden is.