30. rappelle que la mise en place d'une infrastructure transfrontalière moderne constitue un incitant et une garantie essentiels pour la stabilité et la prospérité de toute la région du sud-est de
l'Europe, et attire donc l'attention sur l'importance que revêtent la préservation et l'amélioration du réseau ferroviaire, du trafic ferroviaire intérieur et de la fonction de transit entre la Grèce et de nombreux autres États membres de l'UE; se félicite du rétablissement de la liaison ferroviaire avec le Kosovo; déplore l'absence de progrès en ce qui concerne le projet de lien ferroviaire direct
avec la Bulgarie et ...[+++]espère voir progresser les corridors de transport européens VIII et X;
30. herinnert eraan dat de opbouw van een moderne grensoverschrijdende infrastructuur een belangrijke impuls en garantie vormt voor de stabiliteit en welvarendheid van de gehele Zuid-Europese regio en wijst derhalve op het belang van het behoud en de verbetering van het spoorwegnet, het binnenlandse spoorverkeer en de transitfunctie tussen Griekenland en een groot aantal andere EU-lidstaten; juicht het herstel van de spoorverbinding met Kosovo toe en betreurt het gebrek aan vooruitgang inzake de geplande rechtstreekse spoorverbinding met Bulgarije en ziet uit naar verdere vooruitgang wat betreft de Europese vervoerscorridors VIII en X;