« Pourvu que ses dispositions soient par ailleurs respectées, la présente loi ne porte donc pas préjudice au droit des organisations publiques ou privées dont le fondement repose sur la conviction religieuse ou philosophique ou la conviction politique de requérir des personnes travaillant pour elles une attitude de bonne foi et de loyauté envers l'éthique de l'organisation ».
« Mits de bepalingen van deze wet voor het overige worden geëerbiedigd, laat deze wet derhalve het recht van publieke of particuliere organisaties waarvan de grondslag op geloof of levensbeschouwing is gebaseerd, onverlet om van personen die voor hen werkzaam zijn, een houding van goede trouw en loyaliteit aan de grondslag van de organisatie te verlangen ».