M. Vankrunkelsven estime qu'un enregistrement central pourrait s'avérer utile, par exemple, pour détecter si le fait qu'un enfant conçu à l'aide de gamètes d'un donneur déterminé développe une pathologie particulière, comme par exemple la maladie de Huntington, est la conséquence d'une pathologie que le donneur développe également à un âge plus avancé.
De heer Vankrunkelsven is van oordeel dat een centrale registratie nuttig kan zijn om bijvoorbeeld te kunnen detecteren dat, wanneer een kind dat met de gameten van een bepaalde donor werd verwekt een bepaalde aandoening krijgt, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Huntington, dit het gevolg is van een aandoening waaraan ook de donor op latere leeftijd lijdt.