« L'article 60, § 3, 3°, a), et 60 in fine (loi du 22 février 1998, article 31, 2°) des lois coordonnées sur les allocations familiales du 19 décembre 1939 ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il traite de manière différente les enfants de couples séparés dont un parent exerce une activité salariée et l'autre une activité d'indépendant en ce qu'il retient l'âge comme critère déterminant, fondant la différence de situation ?
« Schendt artikel 60, § 3, 3°, a), en in fine (wet van 22 februari 1998, artikel 31, 2°) van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de kinderen van feitelijk gescheiden paren waarvan één ouder een loontrekkende activiteit en de andere een zelfstandige activiteit uitoefent verschillend behandelt, doordat het de leeftijd in aanmerking neemt als doorslaggevend criterium, waarop de verschillende situatie is gebaseerd ?