En outre, afin de préserver la contribution qu'apporte la mise en œuvre par la sphère publique à l'application des articles 101 et 102 du traité, les autorités de concurrence devraient pouvoir, de leur propre initiative, soumettre leurs observations à une juridiction nationale aux fins de l'évaluation de la proportionnalité d'une divulgation de preuves contenues dans un dossier, compte tenu de l'incidence qu'une telle divulgation aurait sur la mise en œuvre effective du droit de la concurrence par la sphère publique.
Ter vrijwaring van de bijdrage van de publieke handhaving tot de toepassing van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag moeten de mededingingsautoriteiten in staat zijn eigener beweging hun opmerkingen aan een nationale rechterlijke instantie voor te leggen met het oog op de evenredigheidstoetsing van een toegangverlening tot bewijsmateriaal in haar dossier, zulks in het licht van de gevolgen die een dergelijke vrijgave zou kunnen hebben voor de doelmatige publieke handhaving van het mededingingsrecht.