21. demande d'utiliser, en plus du PIB par habitant, d'autres indicateurs territoriaux pour mesurer le niveau de cohésion comme le taux et la qualité de l'emploi, le niveau de disparité du PIB entre régions voisines, l'indice de décentrement et d'accessibilité, la dotation en infrastructures et en transport, le niveau d'activité en recherche et innovation, en éducation et formation, la diversité des productions dans la zone.
21. verzoekt naast het BBP per inwoner ook andere territoriale indicatoren te gebruiken om het cohesieniveau te meten, zoals de werkgelegenheidsgraad en de kwaliteit ervan, het verschil in BBP tussen naburige regio's, de index van de perifere ligging en van toegankelijkheid, het voorhanden zijn van infrastructuur en vervoersmogelijkheden, de omvang van onderzoek en innovatie, onderwijs en opleiding, de verscheidenheid van de productiviteit in de zone;