Il a observé que le droit belge était, en matière de prescription de l'action publique, particulièrement favorable à l'inculpé (ibid., n° 1387/6, p. 3); il a relevé notamment que la prescription pouvait donner lieu à des abus « par exemple dans le chef de personnes déjà déclarées coupables en première instance et qui parviennent, en interjetant appel, à prolonger la procédure jusqu'à ce que la prescription intervienne.
Hij heeft beklemtoond dat het Belgische recht inzake de verjaring van de strafvordering bijzonder gunstig was voor de verdachte (ibid., nr. 1387/6, p. 3); hij heeft meer bepaald erop gewezen dat de verjaring aanleiding kon geven tot misbruiken « bijvoorbeeld door personen die reeds in eerste aanleg schuldig werden bevonden en die, door het instellen van hoger beroep, de procedure kunnen rekken zodat de verjaring bereikt wordt.