Les parties requérantes font valoir que la disposition attaquée viole les articles 10, 11, 13 et 23 de la Constitution, combinés ou non avec d'autres dispositions constitutionnelles, principes généraux de droit et dispositions internationales, en ce que le droit de rôle doit être versé, sous peine d'irrecevabilité de la demande, dans un délai (réduit) de quinze jours (première branche) à compter de la notification de celui-ci et qu'il ne peut être versé à l'avance (seconde branche).
De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden bepaling de artikelen 10, 11, 13 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere grondwetsbepalingen, algemene rechtsbeginselen en internationaalrechtelijke bepalingen, schendt doordat het rolrecht, op straffe van onontvankelijkheid van de vordering, binnen een ingekorte (eerste onderdeel) termijn van vijftien dagen vanaf de betekening ervan moet worden gestort, en niet op voorhand mag worden gestort (tweede onderdeel).