1. « L'article 1251 du Code civil, combiné avec l'article 80, alinéa 6, de la loi sur les faillites, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que la demande de décharge de la sûreté personnelle dont la dette garantie a été acquittée par un tiers, lequel, en vertu de la subrogation légale, est subrogé au créancier primitif, serait sans objet, tandis que le créancier subrogataire peut exercer les mêmes droits que le créancier primitif ?
1. « Schendt artikel 1251 B.W. in combinatie met artikel 80, 6°, Faill. W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het verzoek tot bevrijding van de zekerheidsteller bij wie de gewaarborgde schuld werd voldaan door een derde, die ingevolge wettelijke subrogatie in de plaats komt van de oorspronkelijke schuldeiser, zonder voorwerp zou worden, terwijl de in de plaats gestelde schuldeiser dezelfde rechten kan uitoefenen als de oorspronkelijke schuldeiser ?