En effet, il est absolument logique de prévoir que l'obligation cesse dès qu'on constate que les conditions pour un retour de l'enfant ne sont pas réunies, soit parce que les parties sont arrivées à une solution amiable, soit parce qu'il y a lieu d'apprécier une des exceptions prévues aux articles 13 et 20; de surcroît, dans de tels cas, la décision sur le fond du droit de garde réglera l'affaire de façon définitive.
Het is immers volkomen logisch te voorzien dat de verplichting ophoudt zodra men vaststelt dat de voorwaarden voor een terugkeer van het kind niet verenigd zijn, hetzij omdat de partijen een minnelijke oplossing hebben bereikt, hetzij omdat er aanleiding toe bestaat één van de uitzonderingen voorzien bij de artikelen 13 en 20 in aanmerking te nemen; bovendien zal in dergelijke gevallen de beslissing over de grond van de bewaring de zaak op definitieve wijze regelen.