La succursale belge de l'établissement de crédit ne peut recevoir des instruments financiers de clients que si, en cas de procédure d'insolvabilité ouverte à l'encontre de l'établissement de crédit dan
s le pays tiers, le droit régissant cette procédure reconnaît le droit réel de copropriété prévu à l'article 13, alinéa 2 de l'arrêté royal n° 62 du 10 novembre 1967 relatif au dépôt d'instruments financiers fongibles et à la liquidation d'opérations sur ces instruments, coordonné le 27 janvier 2004, dans le chef des investisseurs ayant déposé leurs instruments financiers auprès de la succursale belge ou confère à l'investisseur un droit à
...[+++]la suite du dépôt des instruments financiers qui est constitutif d'un droit réel permettant l'exercice d'une revendication sur ces instruments financiers, à l'exclusion d'un simple droit de créance".Het Belgische bijkantoor van de kredietinstelling kan slechts financiële instrumenten van cliënten in ontvangst nemen indien, bij opening van een insolventieprocedure tegen de kredietinstelling in het derde land, de wetgeving
inzake dergelijke procedures het zakelijk eigendomsrecht als bedoeld in artikel 13, tweede lid van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd op 27 januari 2004, erkent voor de beleggers die hun financiële instrumenten bij het Belgische bijkantoor hebben gedeponeerd, of in
...[+++]dien deze wetgeving aan de belegger een recht toekent ten gevolge van de bewaargeving van de financiële instrumenten, dat een zakelijk recht vormt op grond waarvan hij een vordering tot teruggave kan uitoefenen op deze financiële instrumenten, met uitsluiting van een louter vorderingsrecht".