Les requérants dans l'affaire n° 1998 allèguent une violation discriminatoire de la liberté du commerce et de l'industrie par l'article 54, § 2, de la loi, qui interdit aux magistrats, aux notaires, aux huissiers et aux membres des services de police d'accéder aux établissements de classes I et II, alors que cette restriction n'existe pas pour les établissements de classe III, que la profession ne peut pas être vérifiée par l'e
xploitant, faute de figurer sur la carte d'identité, et que l'interdiction formulée est
déjà prévue par le droit disciplinaire ...[+++].
De verzoekende partijen in de zaak nr. 1998 voeren een discriminerende schending aan van de vrijheid van handel en nijverheid door artikel 54, § 2, van de wet, dat de magistraten, notarissen, deurwaarders en leden van de politiediensten de toegang tot de inrichtingen van de klassen I en II verbiedt, terwijl die beperking niet bestaat voor de inrichtingen van de klasse III, het beroep niet door de exploitant kan worden gecontroleerd omdat het niet op de identiteitskaart vermeld staat, en het geformuleerde verbod reeds is voorgeschreven in het tuchtrecht.