Ce n'est que lorsqu'une partie au procès exerce son droit d'agir en justice d'une manière qui excède manifestement les limites de l'exercice normal de ce droit par une personne prudente et diligente (Cass., 31 octobre 2003, Pas., 2003, I, p. 1747) que la partie adverse peut obtenir des dommages et intérêts pour procédure téméraire ou vexatoire.
Enkel wanneer een procespartij haar recht om in rechte te treden uitoefent op een wijze die de perken van de normale uitoefening van dat recht door een bedachtzaam en zorgvuldig persoon kennelijk te buiten gaat (Cass., 31 oktober 2003, Pas., 2003, I, p. 1747), kan de tegenpartij een schadevergoeding verkrijgen wegens tergend of roekeloos geding.