Epreuve écrite en français et en néerlandais sur la connaissance du domaine concerné (compte tenu de la description de la fonction), ainsi que sur les principes des differéntes branches du droit (compte tenu également de la description de la fonction et de l'environnement de travail : droit social, institutions politiques, droit familial, droit du travail, droit civil); on évaluera également la formation générale des candidats ainsi que leur sens de la précision et de la minutie.
Schriftelijk examen in het Nederlands en in het Frans over de kennis van het betrokken vakgebied (rekening houdend met de functiebeschrijving) en over de basibeginselen van de relevante takken van het recht (eveneens rekening houdend met de functieomschrijving en met plaats van tewerkstelling : sociaal recht, politieke instellingen, familierecht, arbeidsrecht, burgerlijk recht); er wordt eveneens gepeild naar de algemene vorming van de kandidaten en naar hun zin voor precisie en accuratesse.