Art. 17. En cas de refus du titulaire d'un droit réel principal sans motif sérieux, ou à défaut de réponse de sa part dans le délai prévu à l'article 16, l'opérateur immobilier public ou l'agence immobilière sociale met le titulaire d'un droit réel principal en demeure de louer son bien, après avoir, le cas échéant, réalisé les travaux dans un délai qu'il fixe, avec un minimum de deux mois, à moins que le bien ait fait l'objet d'une vente dans ce même délai.
Art. 17. Als de houder van een zakelijk hoofdrecht zonder geldige reden weigert of niet antwoordt binnen de termijn waarin voorzien in artikel 16, stelt de openbaar vastgoedbeheerder of het sociaal verhuurkantoor de houder van een zakelijk hoofdrecht in gebreke zijn goed te verhuren, nadat hij, in voorkomend geval, de werken heeft uitgevoerd binnen een door hem vastgestelde termijn, met een minimum van twee maanden, tenzij het goed binnen dezelfde termijn het voorwerp heeft uitgemaakt van een verkoop.