1. Chaque État membre désigne un service spécialisé, au sein de ses services de police ou d’autres services répressifs, qui, conformément au droit national, aura accès à toutes les informations pertinentes concernant les enquêtes pénales conduites par ses services répressifs dans le cadre d’infractions terroristes, recueillera ces informations et les transmettra à Europol conformément aux paragraphes 3 et 4.
1. Elke lidstaat wijst onder zijn politiediensten of andere wetshandhavingsautoriteiten een gespecialiseerde dienst aan, die conform de nationale wetgeving toegang heeft tot alle relevante gegevens die betrekking hebben op en voortvloeien uit strafrechtelijke onderzoeken van zijn wetshandhavingsautoriteiten aangaande strafbare feiten van terroristische aard, en die deze gegevens verzamelt en aan Europol toezendt overeenkomstig de leden 3 en 4.