En ce qui concerne le recours direct exercé par l'Union européenne, le juge a quo a, dans son jugement de renvoi, estimé que l'Union européenne était un « ayant droit » au sens de l'article 29bis de la loi du 21 novembre 1989, et a décidé de poser à la Cour les présentes questions préjudicielles.
Met betrekking tot het door de Europese Unie uitgeoefende rechtstreeks verhaal heeft de verwijzende rechter in zijn verwijzingsvonnis geoordeeld dat de Europese Unie een « rechthebbende » in de zin van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 was en heeft hij beslist om het Hof de voorliggende prejudiciële vragen te stellen.